vrijdag 14 december 2007

De recensie ~ Het verhaal van Bobbel.....

“Het verhaal van Bobbel die in een bakfiets woonde en rijk wilde worden”
(Joke van Leeuwen)


Samenvatting

Bobbel is geboren en woont in een bakfiets samen met haar vader (Mos) en moeder (Pina). Ze zitten krap met drie mensen in één bakfiets. Ze hebben altijd een ander uitzicht want ze zijn altijd onderweg. Ze zijn onderweg omdat ze ergens heen willen, of omdat ze zijn weggejaagd, of omdat de lampen in de bak moeten branden. Die branden alleen als iemand aan het fietsen is. Bobbel slaapt in een hangmat en ze heeft een huisdier dat Otto heet. Het is een vleermuis. Eigenlijk wil ze liever een hond hebben, maar dat mag ze niet van Mos.

Pina maakt mooie tekeningen, maar het is op stevig grijs wc-papier omdat ze te arm is om mooi wit papier te kopen. Dus, hoe mooi die tekeningen ook zijn, wil niemand hem hebben. Mensen zeggen dat het geen kunst is. Ze willen kunst op mooi handgeschept kunstpapier.

Mos werkt in het groot. Hij snijdt en schaaft een dikke knoestige tak die een beetje op een vogel of een tijger of een lopende man lijkt tot die tak helemaal op een vogel of een tijger of een lopende man lijkt.

Op een dag staat de bakfiets aan de rand van de stad Wieway. Pina, Mos en Bobbel zitten naast elkaar met hun rug naar de huizen en hun gezicht naar de zon. Bobbel kijkt om zich heen en zegt tegen haar ouders dat ze wel eens in gewoon huis zou willen wonen, dat ze nieuwe kleren wil hebben omdat die soms te groot, te strak, te lang of te wijd zijn. De ouders proberen hun best te doen om geld te verdienen zodat ze nieuwe kleren voor Bobbel kunnen kopen. Maar dat lukt niet.

Bobbel besluit vanaf dat moment rijk te worden, om nieuwe kleren te kopen, een hond en een wit papier. Ze stelt alvast een plan op in haar hoofd: 1. rijk willen worden, 2. voor mijn ouders, 3. dat ik moet weten hoe en 4. dan zo doen. Dit zijn geheimen.

Ze denkt er hard over na hoe zij geld kan krijgen: iets verkopen wat de mensen graag willen hebben, maar er is niets om te verkopen; een attractie doen zoals in een boom klimmen of over muurtjes lopen. Het gaat allemaal mis.

Ze vraagt zich altijd af hoe mensen zo rijk geworden zijn. Haar moeder zegt tegen haar: “ Bobbeltje, al die mensen kunnen wel lezen en schrijven. De meeste kinderen van jouw leeftijd kunnen dat ook. Het wordt tijd dat we jou leren lezen en schrijven.” De volgende dag geeft Pina de eerste les. Bobbel kan erg snel leren. Zelfs kan ze op de tweede dag een verhaal schrijven, op een stuk wc-papier natuurlijk. Na een paar weken kan ze langere verhalen schrijven. Ze besluit om in het geheim raad aan oom Fok te vragen. Dat doet ze door regelmatig een brief naar hem te sturen. Oom Fok is de broer van Pina die getrouwd met tante Zus is. Ze zijn rijk en hebben een groot huis. Ze wonen in een villa in de buitenwijk van Stad-op-de-Berg.

In de brief heeft oom Fok geschreven dat Bobbel nieuwe dingen moet uitvinden, maar dat is niet eenvoudig. Bobbel bedenkt een paar uitvindingen die volgens haar nog niet bestaan en maakt er tekeningen van op wc-papier. Verder stuurt ze die tekeningen naar oom Fok.

Na een paar keer elkaar schrijven, biedt oom Fok haar aan om bij hem te wonen. En daar kan Bobbel naar school gaan. Bobbel vindt het een goed idee en denkt dat oom Fok haar veel beter kan helpen met rijk worden. Maar oom Fok ziet ze niet zo vaak. Hij is overdag weg en hij komt meestal te laat voor het eten. In dat huis krijgt Bobbel een grote kamer met een bureautje, een stoel, een nachtkastje en een opgemaakt bed.

De volgende dag neemt tante zus haar mee naar het centrum en koopt nieuwe bloesjes en rokken voor haar. Ze laat haar ook pasfoto’s maken in een hok met een spiegel. Dat heeft Bobbel nooit gedaan. “De eerste keer mislukken de foto’s omdat ze zo schrikt van het flitslicht. De tweede keer weer, omdat ze net even aan tante Zus wil vertellen ze de eerste keer zo schrok. De derde keer gaat het goed. Tante Zus houdt haar hoofd vast.” Vervolgens neemt ze Bobbel mee naar School I om haar in te schrijven. School I ligt dicht bij de villa van tante Zus en oom Fok. Op school mislukt alles. Bobbel kan niet wennen aan de regels en de gewoonten die helemaal nieuw zijn voor haar.

Ze zit altijd in de problemen. Meneer Zeer (de leraar) deelt een blad wit papier uit. De kinderen krijgen er één. Ze moeten een tekening maken van een huisdier in hun omgeving. Bobbel staart naar haar mooie, nieuwe, grote, witte blad papier. Dit is precies zo’n mooi wit blad papier dat haar moeder altijd wil hebben. Meneer Zeer staat naast haar tafel en vraagt: “Zou je niet eens beginnen?” “ Nee,” zegt ze. “En waarom dan niet?” “Ik wil het meenemen. Ik vind het erg mooi, erg wit.” Ze zal dat papier aan Pina geven, denkt ze. Ze krijgt weer een nieuw blad van meneer Zeer maar ze wil erop ook niet tekenen. En meneer Zeer wordt er boos van.
Haar klasgenoot (Aaltje) heeft haar ooit een briefje van honderd laten zien. Op een dag raakt het geld kwijt. Nellebel, een andere vriendin, zegt dat Bobbel het gedaan heeft. Meneer Verdammen, een andere leraar, stelt een paar vragen aan haar om achter de waarheid te komen. Bobbel wordt door al die vragen geïrriteerd en rent de school uit en weet niet waar ze moet heen totdat ze Pina en Mos kan vinden. Daarna komt ze in het centrum van Stad-op-de-Berg terecht. Ze ziet mensen de kathedraal binnengaan. Ze volgt hen en loopt alsof ze bij de kathedraal hoort. Ze vindt de kathedraal heel mooi van binnen met zo’n hoog plafond. Ze vraagt zich af hoe ze bij zo’n hoog plafond zou kunnen komen en hangen als Otto. Met zo’n attractie zou ze de aandacht van de mensen in de kathedraal kunnen trekken en daardoor zou ze geld kunnen krijgen. “Maar als ze vlak bij een balkon zwiert, laat Bobbel los en ze maakt een harde landing.” Haar knieën doet pijn en ze wil even blijven liggen maar ze wordt door twee mannen vastgegrepen en opgetild. De twee mannen brengen Bobbel naar het politiebureau en daar moet oom Fok haar ophalen. Oom Fok kan alleen zeggen: “Jammer kind, je hebt een mooie kans weggegooid.” De volgende dag gaat Bobbel niet meer naar school. Ze wacht op Pina en Mos met haar tas, het witte papier en met het hoedje op. Als Pina en Mos komen, geeft ze het witte papier aan Pina. Pina is er wel blij mee. Dus, ze gaan weer beginnen met hun normale leven.


Mening

Dit verhaal is heel erg mooi. Het geeft een goed beeld van hoe iemand met het leven moet vechten. Het leven is hard, ingewikkeld en uitdagend vooral voor gezinnen of de armen die in het midden van een grote stad wonen. Om rijk te kunnen worden of om de droom te kunnen bereiken, moet men wel ernaar streven en ook moeite doen. Dit is de boodschap die ik uit het verhaal kan halen. Toen ik dit boek las, vooral in het midden van het verhaal, dacht ik dat het een happy ending zou hebben of met andere woorden dat Pina, Mos en Bobbel niet echt rijk zijn geworden, maar tenminste een beter leven hebben. Het blijkt dat het niet zo is. Ze blijven arm en zijn altijd onderweg.
De tekeningen in het boek zijn ook heel goed en inspirerend. Hoewel ze niet zo mooi of netjes getekend zjin, geven die tekeningen wel een sterke ondersteuning aan het verhaal, bijvoorbeeld de tekening van de bakfiets en wat er allemaal in zitten. Dus, je krijgt een echt beeld hoe dat eruit ziet.

Geen opmerkingen: