vrijdag 30 november 2007

Wat denk je?

jij denkt
dat als ik aan jou denk
dat jij dan niet aan mij denkt
zodat jij mij kan vergeten
en ik niet meer aan jou denk

als jij denkt
dat ik dan aan jou denk
zal ik niet meer aan jou denk
zodat ik jou kan vergeten
en jij niet meer aan mij denkt

ik denk dat.....

jij denkt aan het verleiden
dat als ik jou niet kan bevrijden
dat jij dan jouw hart aan iemand geven
zodat jij mij een tijdje kan vergeten
en ik niet hoef te weten


als jij denkt aan het verlaten
dat ik dan eenzaam zou gaan voelen
zal ik willen verzoeken
zodat ik jou voor altijd kan hebben
en jij je niet van mij zou afkeren

Denk ji dat...?

jij denkt
dat als ik

dat jij dan
zodat jij mij
en ik niet

als jij denkt
dat ik dan
zal ik
zodat ik jou
en jij niet

Jij denkt
dat als ik voor altijd bij je blijf
dat jij dan van mij erg houdt
zodat jij mij vasthoudt
en ik niet wegga

als jij denkt
dat ik dan van je houd
zal ik nu dan zeggen
dat ik niet meer van je houd
zodat ik jou nu zal verlaten
en jij niet meer verdrietig is

dinsdag 27 november 2007

jij en ik denken dat......


jij denkt
dat als ik

dat jij dan
zodat jij mij
en ik niet

als jij denkt
dat ik dan
zal ik
zodat ik jou
en jij niet

jij denkt
dat als ik onverstaanbaar ben
dat jij dan zomaar weg gaat
zodat jij mij zo zou kunnen kwetsen
en ik niet bewust ben.

als jij denkt
dat ik dan gemeen ben
zal ik jij vragen of het waar is
zodat ik jou niet meer zomaar kan kwetsen
en jij niet meer kwetsbaar bent.

zondag 25 november 2007

Kennen jullie Kristien Hemmerechts?

Kristien Hemmerechts is geboren op 27 augustus 1955 in Brussel. Ze studeerde Germaanse filologie aan de Universitaire Faculteiten Sint-Aloysius (nu Katholieke Universiteit Brussel) en aan de Katholieke Universiteit van Leuven van 1973 tot 1977.
Ze ging verder studeren aan het Amsterdamse Instituut voor Literatuurwetenschap van 1977 tot 1978. In 1978 trouwde Kristien Hemmerechts met Steve, een Welshman. Ze kreeg 3 kinderen uit dit huwelijk. In 1983 en 1984 zijn haar tweede en derde kind als baby overleden. Dat heeft haar geïnspireerd om een literaire vorm van sprookje uit de bundel Kerst en andere liefdesverhalen te schrijven.
Het jaar 1987 speelde een grote rol in het leven van Kristien Hemmerechts. In dat jaar scheidde ze van haar eerste man en woonde daarna samen (en later gaat ze trouwen) met de beroemde Vlaamse dichter, Herman de Coninck in Antwerpen. In hetzelfde jaar publiceerde Kristien Hemmerechts haar eerste Nederlandstalige novelle, Een Zuil van Zout, waarvoor ze meteen de Prijs van de provincie Brabant ontving. Haar andere werken: Weerberichten (1988), ’s Nachts (1989), Brede Heupen (1989) kregen ook de Vlaamse driejaarlijkse Staatsprijs voor proza.

Een gedicht voor vandaag (feat: Harry Mulisch)


Jij denkt
dat als ik
dat jij dan

zodat jij mij
en ik niet

als jij denkt
dat ik dan

zal ik
zodat ik jou

en jij niet

Harry Mulisch

Jij denkt
dat als ik

van jij houd

dan denk ik

dat ik

van jij

niet houdt


Als ik denk

dat als jij

van mij houdt

dan denk jij

dat jij

van mij

niet houdt

Maar toch

zijn we nu

samen

altijd

tot aan
het eind
van de tijd


zaterdag 24 november 2007

Wie is Joke van Leeuwen?

Joke van Leeuwen doet eigenlijk alles: ze schrijft, tekent, doet aan cabaret en speelde in een film. Een getalenteerd schrijfster, toch?

Joke van Leeuwen die op 24 september 1952 in Den Haag geboren is, houdt heel veel van schrijven. Buiten haar schooltijd schreef ze veel verhalen, gedichten en versjes. Na de academie begon ze voor het eerst kinderboeken te schrijven. Het was niet makkelijk voor haar om een uitgever te vinden. In haar studietijd aan de Vrije Universiteit Brussel vond ze uiteindelijk een uitgever en ook in die tijd won ze een prijs met een cabaretvoorstelling.

Haar eerste publicatie was in 1978, dat was de publicatie van haar eerste kinderboek “De appelmoesstraat is anders”. Na het succes van die publicatie besliste ze om beroepschrijfter te worden. Ze is sindsdien één van de meest geprezen kinderboekenschrijfsters. In 1994 publiceerde ze haar eerste dichtbundel en ze kreeg in 1995 ervoor de Buddingh’prijs voor nieuwe Nederlandse Poëzie. Daarna werd het titelgedicht van haar tweede bundel in 2001 een van drie beste gedichten.

In 2000 kreeg Joke van Leeuwen voor haar boeken voor kinderen de Theo Thijssenprijs en in 2005 de Vlaamse Plantin Moretusprijs voor beste kinder- en jeugdboek. Voor “Heb je mijn zusje gezin?” kreeg ze in 2007 het Gouden Penseel, een Boekenwelp en een Zilveren Griffel. Het boek is in 2007 genomineerd voor de Gouden Uil Jeugdliteratuur.

Bij haar boeken maakt ze altijd zelf illustraties. Dat kan ze doen want zij studeerde grafische kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en het Hoger Sint-Lukasinstituut in Brussel. Ze studeerde ook geschiedenis aan de Vrije Universiteit Brussel.

Joke van Leeuwen heeft ooit gezegd: “Ik heb, zolang ik me kan herinneren, altijd geschreven en getekend. Ik wilde altijd schrijfster worden. Ik wist alleen niet hoe.”

In 2007 geeft ze een workshop voor het literairprogramma, “Spelen met woorden van 'De dag van het Nederlands'” bij het Erasmus Taalcentrum, Jakarta.

donderdag 22 november 2007

Hier ben ik...

Biografie

Geboren op 8 augustus 1979 hebben mijn ouders mij Dila Media Ramadhani als naam gegeven. Samen met mijn zus en broer werd ik in Jakarta groot gebracht door mijn Javaanse moeder en Sumatraanse vader. Ik heb mijn formele opleiding (basis- en middelbareschool / SD, SMP en SMU) op openbare scholen gedaan.

Vanaf de eerste tijd dat ik met een vreemde taal, met name het Engels, heb kennisgemaakt, wist ik al dat dit was wat ik interessant vond om verder te leren. Ik leerde Engels voornamelijk op school en volgde nog een cursus buiten de school. Na de SMU wilde ik een andere vreemde taal leren behalve het Engels. Dus heb ik in 1997 Nederlands leren kennen aan Universitas Indonesia. In het derde jaar van mijn studie aan de vakgroep Nederlands van de Universitas Indonesia kreeg ik een beurs om aan een zomercursus Nederlands in Zeist-Utrecht deel te nemen. Het was een heel grote kans voor mij om direct Nederland te leren kennen en het Nederlands te kunnen leren.

In de laatste jaren van mijn studie aan de universiteit wilde ik extra geld verdienen en werkervaringen opdoen. Ik heb Engelse en Nederlandse privélessen gegeven. Ik heb tijdelijk bij een kleine cursusplaats gewerkt. Ik heb een keer Nederlandse les gegeven aan verpleegkundigen die in Nederland gingen werken. Uit die ervaringen vond ik iets leuks in lesgeven. Ik kreeg prettige gevoelens als ik wat ik wist met de anderen kon delen en veel meer prettige gevoelens als de anderen het leuk vonden. Ik werd verliefd op lesgeven. Dus kwam ik tot de grootste conclusie die te maken had met mijn toekomst: Ik wilde onderwijzer worden.

Ik kreeg het in mijn schoot geworpen. In het begin van 2003, een paar maanden na mijn diploma-uitreiking, ben ik met het Erasmus Taalcentrum stageprogramma voor docenten begonnen, onder begeleiding van ervaren docenten van het ETC en ook van bekende universiteiten in Nederland. Bij dit programma heb ik Nederlands dieper geleerd, vooral op het didactische gebied. In 2004 ging ik weer naar een Nederlandse zomercursus. Deze keer vond de cursus plaats in Hasselt, België. Als laatste deel van mijn stageprogramma liep ik een half jaar stage in het Talencentrum Universiteit Maastricht in 2005.

In 2006 werd ik officieel één van de jonge docenten van het Erasmus Taalcentrum en in augustus 2006 kreeg ik voor het allereerst mijn eigen groep. Bij lesgeven probeer ik altijd een leuke sfeer in de klas te creëren want ik geloof dat je iets beter kan leren als je het leuk vindt (tenminste geldt het voor mij!). Dus, hoe kan ik de les leuk(er) maken? Door spelletjes of een quiz te doen, door veel met video’s, liedjes en plaatjes te werken of door de cursisten vaak in tweetallen of in groepjes te laten werken. Interactief, spannend, leuk en leerzaam is het motto van mijn les!

dinsdag 20 november 2007

Joke van Leeuwen en Kristien Hemmerechts, wie zijn ze, eigenlijk?

*Joke van Leeuwen brengt proza en poëzie, vertelt en gaat wellicht met de hulp van het publiek ook nog zingen. Eèn van de thema`s gaat over het leren van een nieuwe taal en hoe we die gebruiken en ermee kunnen spelen.

*Kristien Hemmerechts heeft in haar werk veel gelogen en ook dikwijls de waarheid gezegd; ze heeft haar verbeelding de vrije loop gelaten en ze heeft zich rigourieus aan de feiten gehouden. Vraag is: maakt dat iets uit? Welk verschill levert het op? Een en ander wordt geïlustreerd aan de hand van passages uit haar werk.

Beste visitors,

Hebben jullie stukjes over Joke van Leeuwen en Kristien Hemmerechts gelezen?? Als jullie nog niet tevreden zijn dan hebben jullie zeker vragen? hehehe... :D Stel maar die vragen aan ons!! Dan proberen we die vragen te beantwoorden ;)

Werken of Geld Verdienen?! (deel 1)


Dag, ik ben Fajar Muhammad Nugraha, mijn roepnaam is Fajar. Ik kom uit Padang (West Sumatra, Indonesie), maar nu woon ik op kamers in Depok.

Ik ben al afgestudeerd aan de UI en loop nu stage bij de Vakgroep Nederlands aan de UI. Ik heb helemaal geen zin in een baan waar ik een uniform moet dragen, dat is een van de redenen waarom ik docent zou willen worden. Als docent kan ik nog heel veel nieuwe informatie krijgen van de omgeving waarin ik werk. Bovendien heb ik ook een grote kans om door te gaan met mijn studie, want ik wil echt altijd studeren.

Toen ik nog studeerde had ik een ideale toekomst. Ik wilde eigenlijk in een groot bedrijf of als ambtenaar werken zodat ik veel geld kon verdienen, want mijn ouders zijn niet rijk. Dus, geld was toen mijn enige motivatie om niet lui te zijn. Die motivatie werkte wel! Ik studeerde hard, ik probeerde alles om goede cijfers te kunnen hebben zodat ik later mijn ideale toekomst makkelijk zou kunnen bereiken.

Maar op een dag veranderde alles! Ik wil echt niet in een bedrijf, en vooral niet als ambtenaar werken. Ik word me er bewust van dat de bureaucratie in mijn land heel slecht is! Er zijn heel veel corruptors in mijn land, en ik wil helemaal geen corruptor worden! Daar heb ik een hekel aan. Ze doen niets, maar ze willen heel veel geld verdienen, zelfs doen ze aan corruptie. Wat een gedrag hebben ze!

Toen ik mijn scriptie aan het maken was wist ik het niet waarom, maar ik vond dat werken als docent nauwelijks te maken heeft met die corruptie. Sindsdien besliste ik om docent te worden. Uiteindelijk maakte ik mijn scriptie af en stuurde ik een sollicitatiebrief aan de Vakgroep Nederlands aan de UI. Meneer Kees Groeneboer (een van de interviewers en ook een van de examinators van mijn scriptie) zei “Als je docent wilt worden dan moet je je Nederlands steeds verbeteren en ook doorgaan met je studie!” Dat vind ik leuk, want doorgaan met de studie is ook een van de redenen waarom ik docent wil worden.

Nu geef ik nog geen les. Ik loop nu gewoon mee met andere docenten die taalbeheersing behandelen. Hoewel ik nog geen les geef betekent het niet dat ik veel vrije tijd heb, want buiten de klas moet ik ook alle soorten lesmaterialen bestuderen terwijl ik ook bezig ben met het opzoeken naar beurzen om een Master te halen. Ik moet dus veel dingen doen zoals: het maken van een motivatiebrief, het vertalen van mijn scriptie van het Indonesisch naar het Nederlands, het vertalen van mijn certificaat en ook mijn cijferstranscriptie, enz.

Behalve die dingen is er ook een programma De dag van het Nederlands. Daarvoor moet ik ook meelopen met mevrouw Barbara en mevrouw Ririet (de begeleideres van de studentenpoëziegroep van de Vakgroep Nederlands) om die poëziegroep te begeleiden, want die groep gaat optreden bij De dag van het Nederlands. En op zaterdag moet ik naar het Erasmus Taal Centrum in Jakarta gaan om met een bijscholing voor jonge docenten Nederlands mee te doen. Daar hebben wij (de deelnemers van die bijscholing) een taak op 1 december 2007 om Kristien Hemmerechts en Joke van Leeuwen te interviewen. Ze zijn beroemde Nederlandse schrijfsters.

Dat was iets over mezelf en de activiteiten waar ik nu mee bezig ben.

Groeten,

Fajar Muhammad Nugraha

vrijdag 16 november 2007

Dubbelagent!


Hoi! Ik heet Yossie. Ik ben werkzaam bij het Erasmus Taalcentrum sinds 2006. Ik heb een passie voor docentschap Nederlands. Ik hou er van leuke oefeningen te geven aan mijn cursisten die nuttig zijn voor hun behoefte.

Ik heb Nederlands bij de Universitas Indonesia afgerond. Tijdens het laatste jaar van mijn studie werkte ik op een kleuterschool. Ja, ik ben een dubbelagent! :) ’s Morgens sta (eigenlijk zit op je gevouwen benen… :) ) ik voor de klas bij de kleuterschool en ’s avonds op het taalcentrum.


Lesgeven aan de beginners bij het taalcentrum en op de kleuterschool is voor mij heel boeiend. Daarvan kan ik ook wat leren om mijn les gestructueerd en met makkelijke instructies te geven. Maar ik vind het nog steeds leuk om interessante methodes te leren, wat het lesgeven betreft. Muziek, internetten, kinderboeken lezen, lekker eten en film kijken zijn activiteiten waar ik me graag mee bezig houd.

Wat voor type docent ben ik? Nou.. De enige die deze vraag goed kan beantwoorden zijn natuurlijk mijn cursisten. Ik doe mijn best om de motivatie van mijn cursisten niet te verlagen, maar te verhogen door afwisselende oefeningen te geven, hun complimenten geven als ze het goed doen (volgens mij geeft dit wat effect, niet alleen voor de kinderen, maar ook volwassenen… :) ) en zoveel mogelijk Nederlands te gebruiken in de klas…

Droom van mijn kindertijd...


Ik ben Eka Amhalia en ik ben nu aspirant docent bij de vakgroep Nederlands van de UI. Toen ik nog klein was, speelde ik vaak een rol samen met mijn vrienden. Ik was altijd lerares en ze waren mijn studenten. Het was leuk dat ik vóór het publiek kon praten en verder hun begeleider kon worden. In mijn kindertijd praatte ik veel en ik vond het prettig als mijn vrienden hun aandacht op me richtten. Ik wou toen een super lerares worden in de toekomst!

Vroeger heb ik nooit gedacht dat de droom van mijn kindertijd werkelijkheid zou worden. Docent is een leuk beroep omdat ik mijn kennis van de wereld met de studenten kan delen en verder met hun kan discussiëren. Kort gezegd kan ik me ontwikkelen. Hoewel ik altijd ondernemend en kritisch ben, ben ik soms te verlegen om voor veel mensen te praten, Gelukkig heb ik didactiek van de vreemde taal gehad in het laatste semester van mijn studie op de UI. In een semester heb ik veel geleerd over hoe ik een goede docent moet worden. Tevens ben ik getraind om meer zelfvertrouwen voor het publiek te hebben door de oefeningen die mijn docent heeft gegeven.

Nadat ik van de Vakgroep Nederlands te UI ben afgestudeerd, heb ik een paar maanden als klantenmedewerkster bij een bank gewerkt. Ik dacht toen dat ik goed genoeg was om de problemen van de klanten proberen op te lossen omdat ik de kennis van communicatie onder de knie had. Toch vond ik deze baan niet leuk omdat ik mijn kennis niet ontwikkelde. Daarom nam ik ontslag en ik ging terug naar de campus. Nadat ik de selectie en alle procedures had gevolgd, ben ik aspirant docent geworden-een droom uit mijn kindertijd.

Wegens veel veranderingen die in de laatste tien jaar in Indonesië die zijn gebeurd, zijn de studenten kritischer dan vroeger. Daarom wil ik als docent meer ruimte geven aan de studenten om meer te discussiëren, meer vragen te kunnen stellen als ze iets willen weten en om meer zelfstandig te zijn omdat ik denk dat de docent meer de bemiddelaar in het leerproces is. Het succes van dit leerproces wordt niet alleen bepaald door de docent maar ook door de student omdat de docent geen God is die alles voor de toekomst van de studenten moet bepalen—zoals vroeger in dit land gebeurde. De studenten moet hun succes zelf bereiken en ik als docent moet zo veel mogelijk mijn studenten helpen zodat ze hun succes kunnen bereiken.

Ken je mij?


Mijn naam is Mariska Theedens. Ik ben afkomstig uit Indonesië. Op 22 februari 1981 ben ik in Jakarta geboren. Dat is dus 26 jaar geleden. Ik kom uit een klein gezin en heb maar één broer. Het grootste deel van mijn schooltijd heb ik in Indonesië doorgebracht en het was in verschillende steden. Het kwam doordat mijn vader wegens zijn dienst op een bepaalde periode werd verplaatst. Toen ik 13 jaar was, werd het hele gezin, naar Nederland verplaatst. Dit was mijn eerste ervaring om in een echte Nederlandse omgeving te wonen. In het begin kon ik het Nederlands niet goed verstaan, maar ik was er wel nieuwsgierig naar.

Daarom heb ik in 1999 Nederlands op Universitas Indonesia (UI) als mijn hoofdvak gekozen. Ik volgde het D3 programma op de UI. Het is een driejarige opleiding die de Nederlandkunde, de taalvaardigheid en het professionalisme hanteert met de bedoeling dat de afgestudeerden genoeg kennis van de taal en de realiteit op het werk krijgen. Tijdens mijn opleiding kreeg ik in 2000 een beurs om een zomercursus in Zeist te volgen. Het was een heel waardevolle ervaring voor mij en ik leerde er veel van.

Na de universiteit was ik eigenlijk van plan om direct te gaan werken. Ik had nooit de droom om docente Nederlands te worden. Dat betekent ook dat ik voor de klas tegen veel mensen moet praten. Ik ben niet zo’n persoon, hoor. Ik kreeg een brief van het Erasmus Taalcentrum te Jakarta die de kans bood. Ik dacht toen: “ Waarom ga ik het niet proberen? Ik heb toch nog geen baan.” Daarom besloot ik om een stageprogramma te volgen. Dit programma duurde 3 jaar en er werd in elk semester een selectie gedaan. Verbetering van de taalvaardigheid was het grootste deel van dit programma, naast het meelopen in de klas en een evaluatie met de senior docenten. Daarnaast zijn we (de deelnemers van dit programma) verplicht om het Cnavt en het NT2 examen te doen en natuurlijk moesten we voor één van die examens slagen. De laatste zes maanden moest ik stage op het Talencentrum in Maastricht lopen. Behalve les krijgen, moest ik ook les aan de cursisten geven. Het publiek daar is zeker anders dan in Indonesië want het is een heterogene groep. Ze komen uit verschillende landen met een hele verschillende cultuur. Het was fantastisch!

In de loop van de tijd begon ik van dit beroep te houden. Ik had niet veel zelfvertrouwen en was altijd bang om voor de klas te staan. Ik wist niet wat ik met de cursisten in de klas kan doen. Wat het lesgeven betreft, had ik helemaal geen idee. Dankzij mijn lieve, geduldige, goede en aardige docenten kan ik nu een echte docente zijn en kan ik de bovengenoemde problemen overwinnen. Ze helpen mij om altijd een stapje verder te gaan dan wat ik nu heb en kan. Ze zijn: Herman Poelman, Ietje van den Boorn, Alice van Kalsbeek, Katja Verbruggen, Nele Hillewaere, Winnie Basoeki, Felina Soegiharto en Ninuk Soedarsono. Hartelijk bedankt!

maandag 12 november 2007

Wie ben ik?



Ik ben Ella. Ik heb in 2001 het stageprogramma bij het Erasmus Taalcentrum gevolgd. Aan het eind van 2004 ben ik een echte docent geworden. Toen ik studente was, heb ik nooit gedacht dat ik docent Nederlands zou worden. Maar het blijkt dat een docent worden erg leuk is. Het is erg leuk om voor de klas te staan en ik realiseer me dat andere mensen iets van mij leren. Dat is fantastisch! Behalve als docent werk ik ook als editor bij een uitgeverij. Dat wordt een soort “yin” en “yang” in mijn leven. Door de week werk ik meestal alleen, achter de computer, maar op zaterdag sta ik voor de klas om Nederlandse les te geven. De perfecte balans, toch?

Ik ben de type van stille studente (tot nu toe, wat denk je, Katja?) Een van mijn collega’s (vroeger was hij/zij natuurlijk mijn docent) zei dat hij/zij nooit de verandering van een zwijgzaam meisje tot een vriendelijke docent verwachtte. Het lijkt alsof twee andere mensen dat doen. Ik voel dat ik een soort kracht heb als ik voor de klas sta.

Ik ben een aardige docente... hmmm.... Ik probeer altijd een gezellige sfeer te creëren. Mijn cursisten kunnen gewoon “Ella” zeggen, zonder “Mevrouw” of “Ibu” of “Mbak”. Ik hoop dat mijn cursisten altijd van onze les kunnen genieten. Ik hoop dat ze niet bang zijn om iets te proberen of om iets te zeggen.

Het is leuk om Nederlandse les te geven en ik hoop dat ik altijd een leuke sfeer kan maken.

Ik ben docent


Ik ben Achmad Sunjayadi en ik ben in Jakarta geboren. Ik ben bij de vakgroep Nederlands de Universitas Indonesia in 1996 afgestudeerd. In hetzelfde jaar gaf ik Nederlands als bronnentaal aan de rechtenfaculteit aan dezelfde universiteit. In 1997 liep ik stage bij het Erasmus Taalcentrum Jakarta. In 1999 vertrok ik naar Makassar om daar les te geven. Ik gaf Nederlands aan de driejarige beroepsopleiding (D3) toerisme op de Universitas Hasanuddin. Ik werkte daar bijna vier jaar. In 2003 ging ik terug naar Jakarta voor mijn studie. Naast mijn studie op de Universitas Indonesia, begon ik met het lesgeven op het Erasmus Taalcentrum Jakarta. Sinds 2004 werk ik als docent bij de vakgroep Nederlands, als onderzoeker bij het departement geschiedenis van de Universitas Indonesia. Ik schreef ook af en toe voor de nationale kranten in Indonesië, zoals Kompas en Seputar Indonesia. Nadat ik mijn master studie heb gedaan, ben ik van plan om mijn studie voort te zetten. Ik hoop dat ik in de komende tijd zal promoveren.
Ik vind het heel interessant om docent te worden. Je moet altijd leren en je goed voorbereiden. Als docent heb ik veel leuke ervaringen opgedaan. Vooral ieder nieuw semester kan ik nieuwe studenten zien. Daarom is de vraag waarom ik docent ben geworden, moelijk te beantwoorden.
Ik weet niet precies wat voor soort docent ik ben. Wat ik doe is dat ik altijd een goede docent probeer te worden. Maar ik vind het niet leuk als de studenten “meneer” tegen mij zeggen. Dat klinkt te formeel voor mij. Wat interessant is dat “meneer” wordt in “mas” (broer) veranderd, vooral als die studenten op derdejaars zitten. Dus, je wordt 'jonger'.

zaterdag 10 november 2007

Wedstrijd (voor iedereen!)

Ik wil deze foto op mijn weblog publiceren met een leuk bijschrift. Wie helpt mij en bedenkt een pakkende tekst? De winnaar krijgt een mooie prijs!

maandag 5 november 2007

Een Klein Onderzoekje

Het is namelijk gemaakt voor mensen die het Nederlands hun tweede of derde taal is.

Om die onderstaande vragen te beantwoorden, doen jullie het door reacties in te vullen!

1. Waarom studeren jullie het Nederlands?
A. Beroep
B. Vriendje/vriendinnetje/famile/oma/opa
C. Geen idee

2. Wat is het grootste probleem in studie Nederlands in het begin?
A. Woordenschat
B. Grammatika
C. Uitspraak

3. Wat vinden jullie leuk in studie Nederlands?
A. Woordenschat
B. Grammatika
C. Uitspraak
D. Cultuur

4. Wat hebben jullie gedaan (persoonlijk of in de maatschappij) die te maken heeft met je Nederlands?
A. Boeken schrijven
B. Woordenboek maken
C. Les geven
D. Iets anders (leg het uit!)

Veel plezier......!

zaterdag 3 november 2007

DELFT De Oude Stad

Weten jullie waar het is........?










Beantwoord die vraag door reacties in te vullen!

Dit zijn wij!


Op de kleine foto links: Eka. Op de grote foto zie je op de voorgrond van links naar rechts: Ella, Mariska (+ ?), Dila en Yossie. Daarachter Achmad en Fajar.

donderdag 1 november 2007

Even voorstellen

Deze weblog wordt bijgehouden door de jonge docenten van het ETC en de UI in Jakarta en Depok. Deze jonge docenten zijn: Josina Soplanit (Yossie), Dila Media Ramadhani, Mariska Theedens, Gabriella Felicia (Ella), Achmad Sunjayadi, Eka Amhalia Purnamawati en Fajar Muhammad Nugraha.